|
![]() |
De Kurkboom is een statige boom met een korte dikke stam van 10 meter en
een ronde breedgespreide kroon van 12 meter. Hij hoort tot de
Wijnruitfamilie waartoe ook de Bijenboom (Tetradium danielii), de
Lederboom (Ptelea trifoliata) en de Skimmia behoren; allen zijn zij rijk
aan volle trossen van kleine bloemen, die ruim pollen en nectar leveren.
De bloeiperiode van de Kurkboom is eind Mei/begin Juni en valt daarmee
precies in de min of meer drachtarme periode tussen de late lente en de
vroege zomer. De boom staat het liefst in de zon maar verdraagt ook
lichte schaduw. De boom is sterk en niet ziekte-gevoelig; hij is bestand
tegen strenge vorst en stelt aan de bodem nauwelijks eisen. Geïsoleerd
in een grotere tuin of park is hij een bijzondere verschijning door zijn
vorm, het sierlijke blad en de mooie verkleuring in de herfst. Op latere
leeftijd is de schors kurkachtig diep gegroefd met mooie bruine en
grijze kleuren. De naam dankt de boom aan deze gelijkenis met de
eigenlijke kurk leverende boom: de Quercus suber (Kurkeik) die
tot een geheel andere familie behoort. Hij is een snelle groeier en
bloeit al na 5 jaar. Tot de Phellodendron familie behoren nog een
aantal soorten waarvan de - chinense en de - japonicum de voornaamste
zijn.
.
De bloemen hangen in
vertakte, groengele trossen aan de toppen van de twijgen. Zij zijn
5-tallig en
éénslachtig; ofwel zijn zij manlijk en hebben 5 meeldraden met lichtgele
helmknoppen; ofwel zijn zij vrouwelijk en hebben een 5hokkig
vruchtbeginsel met één stijl en stempel; de meeldraden die je hierboven
ziet zijn rudimentair. De bomen zijn tweehuizig: ofwel bieden zij
een huis aan de manlijke bloemen ofwel hebben zij alleen vrouwelijke
bloemen. De bloeitijd duurt twee weken en valt eind mei
|